Het uitrollen van smart city-infrastructuur is behoorlijk ingewikkeld, en brengt de nodige technologische, sociale, economische en politieke overwegingen met zich mee. Zo zijn er uitdagingen op het gebied van eigendomsrecht, financiering, privacy, wetgeving en publiek bewustzijn en acceptatie. Als we het hebben over netwerkinfrastructuur, moet er worden nagedacht over operationeel beheer, interoperabiliteit, schaalbaarheid, adequate dekking, bandbreedte en betrouwbaarheid. Ook zou de alsmaar toenemende hoeveelheid “straatmeubilair” nog wel eens een esthetisch probleem kunnen worden…
Glasvezelnetwerken zijn een essentiele ‘enabler’ voor smart city-infrastructuur. Deze bieden de betrouwbaarheid en “onbeperkte” bandbreedte die vandaag en in de toekomst vereist zijn. Naast de aanleg van glasvezel worden in de komende jaren ook 5G, laadpalen voor elektrische voertuigen (EV’s), slimme verlichting, beveiliging, en omgevingssensoren verder uitgerold. Om optimale werking te garanderen – en ook te voorkomen dat onze straten vol komen te staan met allerlei kasten en kastjes – moeten we daar nu al goed over nadenken.
Integratie van technologieën – glasvezelbekabeling, 5G, laadinfrastructuur en verlichting – kan in slimme steden leiden tot een meer efficiënte, veilige en leefbare omgeving. Het samenbrengen van al deze systemen maakt ze beter betaalbaar. Gecentraliseerd beheer wordt ook mogelijk, evenals het ontwikkelen van platformonafhankelijke applicaties.
Een aantal voorbeelden van de voordelen die de infrastructuur biedt: glasvezelbekabeling kan razendsnel gegevens verwerken en EV-upgrades aanbieden -v anaf laad-en beheerstations voor EVs – en 5G kan helpen bij het beheren van realtime beschikbaarheid en facturering. Consumenten kunnen hun zonnepanelen en batterijen (van hun auto of woning) aan het net koppelen voor fijnmaziger, slimmer energiebeheer. Verkeersstromen kunnen dynamischer worden beheerd om congestie te verminderen, veiligheid te vergroten en brandstofefficiëntie te verbeteren.
De benodigde technologie bestaat al, maar smart city-infrastructuur vraagt om een andere aanpak van de betrokken partijen. Zo zullen netbeheerders hun netten bijvooreeld toegankelijk moeten maken, zodat consumenten energie kunnen leveren en het verbruik van individuen op verschillende systemen kan worden uitgelezen. Eigenaren van verlichtingsarmaturen – dat kunnen gemeentes of particuliere partijen zijn – moeten afspraken maken over het gebruik van hun infrastructuur. Ook zullen glasvezelexploitanten op een neutrale manier capaciteit moeten leveren.
De hoeveelheid infrastructuur zal enorm blijven groeien, en het realiseren van synergieën zal een aanzienlijke hoeveelheid denkwerk en planning vergen. Bovendien vereist het duidelijke documentatie, beheer van ‘as-built’ records en regelgeving over het delen en bijwerken van informatie. Zoals zo vaak is dat makkelijker gezegd dan gedaan!
Michiel Panders is General Manager Europe bij Reichle & De-Massari